numb

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het voltooid deelwoord van  nim ww  ("nemen"), een in modern Engels niet meer gangbaar werkwoord
stellend vergrotend overtreffend
numbnumbernumbest

Bijvoeglijk naamwoord

numb

  1. (medisch) gevoelloos [1], verstijfd
Afgeleide begrippen
  • numbness
vervoeging
onbepaalde wijs to  numb 
he/she/it  numbs 
verleden tijd  numbed 
voltooid
deelwoord
 numbed 
onvoltooid
deelwoord
 numbing 
gebiedende wijs  numb 

Werkwoord

numb

  1. onovergankelijk verstarren, verstijven
  2. overgankelijk doen verstarren/verstijven
  3. overgankelijk, (medisch) gevoelloos maken, verdoven
  4. overgankelijk lam maken, verlammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.