obrus

Pools

Uitspraak
  • IPA: /ɔbrʊs/
  • Geluid:  obrus    (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *obrusъ

Zelfstandig naamwoord

obrus monbezield

  1. tafelkleed
Afgeleide begrippen
  • obrusek / obrusik m
  • obrusowy

Meer informatie


Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /ɔbrʊs/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *obrusъ

Zelfstandig naamwoord

obrus monbezield

  1. tafelkleed
Afgeleide begrippen
  • obrúsok m
  • obruštek m


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɔbrʊs/
Woordafbreking
  • obrus

Werkwoord

obrus

  1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het perfectieve werkwoord obrousit
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.