tafelkleed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tafelkleed    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtafəlˌklet/
Woordafbreking
  • ta·fel·kleed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tafelkleed tafelkleden
verkleinwoord tafelkleedje tafelkleedjes

Zelfstandig naamwoord

hettafelkleedo

  1. (huishouden), (textiel) kleed dat als bescherming of versiering over een tafel ligt
    • Na het diner zat het tafelkleed vol vlekken. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tafelkleed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.