oehoeden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oehoeden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- oe·hoe·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oehoeën |
oehoeden
- meervoud verleden tijd van oehoeën
- Wij oehoeden.
- Jullie oehoeden.
- Zij oehoeden.
- Wij oehoeden.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.