oh

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oh    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • oh
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep van spijt of droefheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1704 [1]

Tussenwerpsel

oh

  1. een uitroep van lichte verbazing or herkenning
    • Oh, dat woord hadden we nog niet!. 
     ‘Naar Casa de Luna,’ antwoordde ik hoopvol. ‘Oh, die lui. Dat zou ik niet doen, dat zijn gevaarlijke aso’s.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord oh staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.