olfatear

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
olfatear
olfateaba
olfateado
volledig

Werkwoord

olfatear

  • overgankelijk
  1. snuffelen (aan), ruiken (aan)
  2. neuzen, snuffelen (in)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.