snuffelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snuffelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • snuf·fe·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
snuffelen
snuffelde
gesnuffeld
zwak -d volledig

Werkwoord

snuffelen

  1. inergatief aandachtig ruiken
  2. inergatief nieuwsgierig en vaak ook heimelijk doorzoeken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord snuffelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.