omboord

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omboord    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·boord
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van omboorden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]

Werkwoord

vervoeging van
omboorden

omboord

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omboorden
    • ... dat ik omboord. 
vervoeging van
omboorden

omboord

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omboorden
    • Ik omboord. 
  2. gebiedende wijs van omboorden
    • Omboord! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omboorden
    • Omboord je? 
vervoeging van: omboorden…
verbogen vorm: omboorde

omboord

  1. voltooid deelwoord van omboorden

Gangbaarheid

  • Het woord omboord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
43 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.