omhalen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omhalen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·ha·len
Woordherkomst en -opbouw

    Werkwoord

    omhalen [1]

    stamtijd
    onbepaalde
    wijs
    verleden
    tijd
    voltooid
    deelwoord
    omhalen
    haalde om
    omgehaald
    zwak -d volledig
    1. (voetbal) de bal over het hoofd naar achteren schieten
    2. collecteren
    3. omvertrekken, naar beneden halen, afbreken

    Gangbaarheid

    • Het woord omhalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
    98 %van de Nederlanders;
    96 %van de Vlamingen.[2]

    Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.