omkleedt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omkleedt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·kleedt

Werkwoord

vervoeging van
omkleden

omkleedt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkleden
    • Jij omkleedt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkleden
    • Hij omkleedt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omkleden
    • Omkleedt! 
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
omkleden

omkleedt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkleden
    • ... dat jij omkleedt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkleden
    • ... dat hij omkleedt. 

Gangbaarheid

  • Het woord omkleedt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.