omnipracticusje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omnipracticusje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- om·ni·prac·ti·cus·je
Zelfstandig naamwoord
het omnipracticusje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord omnipracticus
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.