ompaalt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ompaalt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·paalt

Werkwoord

vervoeging van
ompalen

ompaalt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ompalen
    • Jij ompaalt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ompalen
    • Hij ompaalt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ompalen
    • Ompaalt! 

Gangbaarheid

  • Het woord ompaalt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.