omsleepte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omsleepte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- om·sleep·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omslepen |
omsleepte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omslepen
- ... dat ik omsleepte.
- ... dat jij omsleepte.
- ... dat hij, zij, het omsleepte.
- ... dat ik omsleepte.
Gangbaarheid
- Het woord 'omsleepte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.