omsnoerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omsnoerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·snoer·de

Werkwoord

vervoeging van
omsnoeren

omsnoerde

  1. enkelvoud verleden tijd van omsnoeren
    • Ik omsnoerde. 
    • Jij omsnoerde. 
    • Hij, zij, het omsnoerde. 
  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omsnoeren
    • ... dat ik omsnoerde. 
    • ... dat jij omsnoerde. 
    • ... dat hij, zij, het omsnoerde. 
  2. verbogen vorm van omsnoerd, voltooid deelwoord van omsnoeren

Gangbaarheid

  • Het woord omsnoerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.