omsnoerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omsnoerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·snoer·den

Werkwoord

vervoeging van
omsnoeren

omsnoerden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van omsnoeren
    • ...dat wij omsnoerden. 
    • ...dat jullie omsnoerden. 
    • ...dat zij omsnoerden. 
vervoeging van
omsnoeren

omsnoerden

  1. meervoud verleden tijd van omsnoeren
    • Wij omsnoerden. 
    • Jullie omsnoerden. 
    • Zij omsnoerden. 

Gangbaarheid

  • Het woord omsnoerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.