omspeelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omspeelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·speel·de

Werkwoord

vervoeging van
omspelen

omspeelde

  1. enkelvoud verleden tijd van omspelen
    • Ik omspeelde. 
    • Jij omspeelde. 
    • Hij, zij, het omspeelde. 
  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omspelen
    • ... dat ik omspeelde. 
    • ... dat jij omspeelde. 
    • ... dat hij, zij, het omspeelde. 
  2. verbogen vorm van omspeeld, voltooid deelwoord van omspelen

Gangbaarheid

  • Het woord omspeelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.