omspelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omspelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·spel·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omspellen

omspelde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omspellen
    • ... dat ik omspelde. 
    • ... dat jij omspelde. 
    • ... dat hij, zij, het omspelde. 
vervoeging van
omspelden

omspelde

  1. (in een bijzin) aanvoegende wijs van omspelden
    • ... dat men omspelde. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord omspelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.