omspellen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omspellen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·spel·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omspellen
spelde om
omgespeld
zwak -d volledig

Werkwoord

omspellen

  1. overgankelijk omzetten naar een andere spelling
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord omspellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
52 %van de Nederlanders;
50 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.