omvlieg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  omvlieg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om·vlieg

Werkwoord

vervoeging van
omvliegen

omvlieg

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omvliegen
    • ... dat ik omvlieg. 
vervoeging van
omvliegen

omvlieg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omvliegen
    • Ik omvlieg. 
  2. gebiedende wijs van omvliegen
    • Omvlieg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omvliegen
    • Omvlieg je? 

Gangbaarheid

  • Het woord omvlieg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.