omwonenden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omwonenden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- om·wo·nen·den
Zelfstandig naamwoord
de omwonenden mv
Gangbaarheid
- Het woord omwonenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Kabinet passeert voor het eerst gemeente: vergunning voor azc in hotel” (16 augustus 2018), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.