omzoom

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • Geluid:  omzóóm    (hulp, bestand)
    • IPA: /ɔmˈzom/ (2 lettergrepen)
  • Geluid:  ómzoom    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈɔmzom/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • om·zoom
Woordherkomst en -opbouw
  •  omzomen ww  zonder de uitgang -en

Werkwoord

vervoeging van
omzomen

omzóóm

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzomen
    • Ik omzoom. 
  2. gebiedende wijs van omzomen
    • Omzoom! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzomen
    • Omzoom je? 
vervoeging van
omzomen

ómzoom

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzomen
    • ... dat ik ómzoom. 

Gangbaarheid

  • Het woord omzoom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.