omzomen

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • Geluid:  omzómen    (hulp, bestand)
    • IPA: /ɔmˈzomə(n)/ (3 lettergrepen)
  • Geluid:  ómzomen    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈɔmzomə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • om·zo·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omzomen
omzoomde
omzoomd
zwak -d volledig

Werkwoord

omzómen

  1. overgankelijk iets omgeven als ware het een zoom
    • Prachtige bomen omzoomden het fraaie grasveld. 
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omzomen
zoomde om
omgezoomd
zwak -d volledig

Werkwoord

ómzomen

  1. (kleding) van een andere zoom voorzien

Gangbaarheid

  • Het woord omzomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.