omzoomde

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • Geluid:  omzóómde    (hulp, bestand) "omringde"
    • IPA: /ɔmˈzomdə/ (3 lettergrepen)
  • Geluid:  ómzoomde    (hulp, bestand) "zoom maakte aan"
    • IPA: /ˈɔmzomdə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • om·zoom·de

Werkwoord

vervoeging van
omzomen

omzóómde

  1. enkelvoud verleden tijd van omzomen
    • Ik omzoomde. 
    • Jij omzoomde. 
    • Hij, zij, het omzoomde. 
  2. verbogen vorm van omzoomd, voltooid deelwoord van omzomen
vervoeging van
omzomen

ómzoomde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omzomen
    • ... dat ik omzoomde. 
    • ... dat jij omzoomde. 
    • ... dat hij, zij, het omzoomde. 

Gangbaarheid

  • Het woord omzoomde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.