onaangediend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onaangediend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·aan·ge·diend
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen onaangediend
verbogen onaangediende
partitief onaangediends

Bijvoeglijk naamwoord

onaangediend [1]

  1. zonder eerdere aanmelding; zonder voorafgaande aanmelding ergens binnengaan
     Ik liep meteen door naar de bibliotheek en trad onaangediend binnen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord onaangediend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Victoria Holt
    “Burcht der verschrikking” (1966), Saga, ISBN 9788726484878
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.