onduleert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onduleert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·du·leert

Werkwoord

vervoeging van
onduleren

onduleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onduleren
    • Jij onduleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onduleren
    • Hij onduleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van onduleren
    • Onduleert! 

Gangbaarheid

  • Het woord onduleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.