onfris

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onfris    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·fris
Woordherkomst en -opbouw
  • antoniem van fris met het voorvoegsel on-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onfrisonfrisseronfrist
verbogen onfrisseonfrissereonfriste
partitief onfrisonfrissers-

Bijvoeglijk naamwoord

onfris [1] [2]

  1. onhygiënisch
  2. slecht, verwerpelijk
Afgeleide begrippen
  • onfrisheid
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord onfris staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.