ongeneeslijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ongeneeslijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·ge·nees·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van genezen met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -lijk
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ongeneeslijkongeneeslijkerongeneeslijkst
verbogen ongeneeslijkeongeneeslijkereongeneeslijkste
partitief ongeneeslijksongeneeslijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

ongeneeslijk

  1. (medisch) (van een patiënt of ziekte) niet door medisch handelen weer gezond kunnen worden, maar hoeft er ook niet aan dood te gaan
    • Longkanker is helaas meestal een ongeneeslijke aandoening. 
    • Eigenwijsheid is meestal ook therapieresistent en daardoor ongeneeslijk. 

Gangbaarheid

  • Het woord ongeneeslijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.