ongestadig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ongestadig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·ge·sta·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ongestadigongestadigerongestadigst
verbogen ongestadigeongestadigereongestadigste
partitief ongestadigsongestadigers-

Bijvoeglijk naamwoord

ongestadig [1]

  1. steeds veranderen in richting, gedrag en denkwijze
     Liepen de mieren nu nog ongestadig heen en weer, aanstonds zouden ze ook stil blijven zitten: dat betekende dan, dat de feitelijke vraat was aangevangen.[2]
     Jammer blijft ondertussen wel dat het in de politiek soms wel erg weinig lijkt te draaien om de beste ideeën, en wel erg veel om de best gecommuniceerde emoties. Wat regelmatig resulteert in een onduidelijke en ongestadige koers.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord ongestadig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Gewassen vlees” (2014), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9789021436173
  3. Weblink bron “Kabinet moet kerken niet overvragen” (oktober 2020), Reformatorisch Dagblad
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.