onnoemlijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onnoemlijk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- on·noem·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onnoemlijk | onnoemlijker | onnoemlijkst |
verbogen | onnoemlijke | onnoemlijkere | onnoemlijkste |
partitief | onnoemlijks | onnoemlijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onnoemlijk
- van iets dat er geen woorden voor zijn
- In de oorlog is er onnoemlijk veel ellende zowel bij militaire als bij burgers.
- ▸ Ondanks het feit dat ze voortdurend onnoemlijk veel moeilijkheden had met de huishoudster, mevrouw Greaves, die steeds dreigde haar te ontslaan, zat ze nooit in de put.[1]
- ▸ "Het gaat in deze zaak om het onomkeerbare feit dat deze verdachten Peter R. de Vries van het leven hebben beroofd en de nabestaanden onnoemlijk verdriet hebben toegebracht", lichtte de officier van justitie toe. "Met de moord op Peter R. de Vries hebben de verdachten onherstelbaar leed aangericht en gezorgd voor een ongekende schok in de samenleving."[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord onnoemlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Victoria Holt“De Engelse gouvernante” (1981), Saga, ISBN 9788726484823
- ↑ Weblink bron “Drie keer levenslang geëist voor moord op Peter R. de Vries” (woensdag 31 januari 2024, 11:30), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.