onontbeerlijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onontbeerlijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·ont·beer·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van ontbeerlijk met het voorvoegsel on-, naamwoord van handeling van ontberen met het achtervoegsel -lijk
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onontbeerlijkonontbeerlijkeronontbeerlijkst
verbogen onontbeerlijkeonontbeerlijkereonontbeerlijkste
partitief onontbeerlijksonontbeerlijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

onontbeerlijk

  1. volstrekt noodzakelijk
    • In het noorden van Siberië is kleding van bont vervaardigd onontbeerlijk. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onontbeerlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.