ontbied

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontbied    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·bied

Werkwoord

vervoeging van
ontbieden

ontbied

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontbieden
    • Ik ontbied. 
  2. gebiedende wijs van ontbieden
    • Ontbied! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontbieden
    • Ontbied je? 

Gangbaarheid

  • Het woord ontbied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.