ontbieden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontbieden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔndˈbidə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ont·bie·den

Werkwoord

Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontbieden
ɔndˈbidə(n)
ontbood
ɔndˈbot
ontboden
ɔndˈbodə(n)
klasse 2 volledig

Werkwoord

ontbieden

  1. overgankelijk om iemands aanwezigheid verzoeken
    • Hij werd ten paleize ontboden om zijn lintje in ontvangst te nemen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ontbieden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.