ontgoochelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontgoochelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·goo·chel·de

Bijvoeglijk naamwoord

ontgoochelde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van ontgoocheld

Werkwoord

vervoeging van
ontgoochelen

ontgoochelde

  1. enkelvoud verleden tijd van ontgoochelen
    • Ik ontgoochelde. 
    • Jij ontgoochelde. 
    • Hij, zij, het ontgoochelde. 
  2. verbogen vorm van ontgoocheld, voltooid deelwoord van ontgoochelen

Gangbaarheid

  • Het woord ontgoochelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.