ontmaskerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontmaskerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·mas·ker·de

Werkwoord

vervoeging van
ontmaskeren

ontmaskerde

  1. enkelvoud verleden tijd van ontmaskeren
    • Ik ontmaskerde. 
    • Jij ontmaskerde. 
    • Hij, zij, het ontmaskerde. 
  2. verbogen vorm van ontmaskerd, voltooid deelwoord van ontmaskeren

Gangbaarheid

  • Het woord ontmaskerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.