ontspringt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontspringt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ontĀ·springt

Werkwoord

vervoeging van
ontspringen

ontspringt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontspringen
    • Jij ontspringt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontspringen
    • Hij ontspringt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontspringen
    • Ontspringt! 

Gangbaarheid

  • Het woord ontspringt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.