ontspringen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontspringen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·sprin·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ontsnappen aan’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
  • Afgeleid van springen met het voorvoegsel ont-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontspringen
ontsprong
ontsprongen
klasse 3 volledig

Werkwoord

ontspringen

  1. ergatief ontstaan op een bepaalde plek
    • De Rijn ontspringt in de Zwitserse Alpen. 
  2. ergatief uitlopen, uitbotten
    • Er is een roos ontsprongen aan Jesse's oude stam. 
  3. ergatief ~ + oorzakelijk voorwerp ontkomen aan iets (hoofdzakelijk in de uitdrukking de dans ontspringen)
    • Verrassend genoeg is hij de dans toch ontsprongen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ontspringen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.