ontzielde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontzielde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ont·ziel·de

Bijvoeglijk naamwoord

ontzielde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van ontzield

Werkwoord

vervoeging van
ontzielen

ontzielde

  1. enkelvoud verleden tijd van ontzielen
    • Ik ontzielde. 
    • Jij ontzielde. 
    • Hij, zij, het ontzielde. 
  2. verbogen vorm van ontzield, voltooid deelwoord van ontzielen

Gangbaarheid

  • Het woord ontzielde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.