ontzielt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontzielt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ontĀ·zielt

Werkwoord

vervoeging van
ontzielen

ontzielt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzielen
    • Jij ontzielt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzielen
    • Hij ontzielt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontzielen
    • Ontzielt! 

Gangbaarheid

  • Het woord ontzielt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.