onverdeeld

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onverdeeld    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·ver·deeld
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onverdeeldonverdeelderonverdeeldst
verbogen onverdeeldeonverdeeldereonverdeeldste
partitief onverdeeldsonverdeelders-

Bijvoeglijk naamwoord

onverdeeld [1]

  1. niet verdeeld
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • onverdeeldheid
Uitdrukkingen en gezegden
  • geen onverdeeld genoegen
(eufemisme:) redelijk onplezierig
  • geen onverdeeld succes
(eufemisme:) redelijk mislukt
  Tijdens mijn studietijd was ik wel eens een lang weekend in mijn eentje naar Schiermonnikoog geweest, maar dat was geen onverdeeld succes geweest. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord onverdeeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.