onverwond

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onverwond    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔɱvərˌwɔnt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • on·ver·wond
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen onverwond
verbogen onverwonde
partitief onverwonds

Bijvoeglijk naamwoord

onverwond

  1. zonder kwetsuren
     Reeds geruime tijd hadden zij geen lijken meer aangetroffen. Maar daar lag er een: een naakt meisje wier donkere haren in lussen op het hete zand waren gekleefd. Het lichaam, bleek en onverwond, gonsde van de vliegen.[1]
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'onverwond' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Verzamelde romans. Deel 24. De verminkte Apollo.” (1984), Nijgh & Van Ditmar, Den Haag / Rotterdam, ISBN 90 236 6704 2, p. 79
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.