onvolprezen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onvolprezen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·vol·pre·zen
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen onvolprezen
verbogen
partitief onvolprezens

Bijvoeglijk naamwoord

onvolprezen [1]

  1. (formeel) wat niet genoeg geprezen kan worden
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • onvolprezenheid

Gangbaarheid

  • Het woord onvolprezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.