opbiecht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opbiecht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·biecht
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opbiechten |
opbiecht
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbiechten
- ... dat ik opbiecht.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbiechten
- ... dat jij opbiecht.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbiechten
- ... dat hij opbiecht.
Gangbaarheid
- Het woord opbiecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.