opbrandde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opbrandde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·brand·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opbranden |
opbrandde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opbranden
- ... dat ik opbrandde.
- ... dat jij opbrandde.
- ... dat hij, zij, het opbrandde.
- ... dat ik opbrandde.
Gangbaarheid
- Het woord opbrandde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.