opdoken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opdoken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·do·ken

Werkwoord

vervoeging van
opduiken

opdoken

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opduiken
    • ...dat wij opdoken. 
    • ...dat jullie opdoken. 
    • ...dat zij opdoken. 
     Ik zei er niets van, maar ik was er toch veel mee bezig, vooral als bekenden opeens helemaal uitgerust voor me opdoken en deden alsof er niks aan de hand was.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord opdoken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.