opdronk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opdronk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·dronk

Werkwoord

vervoeging van
opdrinken

opdronk

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opdrinken
    • ... dat ik opdronk. 
    • ... dat jij opdronk. 
    • ... dat hij, zij, het opdronk. 

Gangbaarheid

  • Het woord opdronk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.