openbaart

Uitspraak

• Geluid:  openbaart    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• open·baart

Werkwoord

openbaart

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbaren
   

   • Jij openbaart. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbaren
   

   • Hij openbaart. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van openbaren
   

   • Openbaart! 

Gangbaarheid

• Het woord openbaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.