opengingen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opengingen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- open·gin·gen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opengaan |
opengingen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opengaan
- ...dat wij opengingen.
- ...dat jullie opengingen.
- ...dat zij opengingen.
- ...dat wij opengingen.
- ▸ Toen de deuren van de basiliek van de stad vanochtend om zes uur opengingen, hadden zich al enige duizenden mensen verzameld. Verwacht wordt dat rond de honderdduizend mensen de kerk zullen aandoen. De organisatoren verwachten zelfs bussen uit Slovenië, Polen en Libanon.[1]
Gangbaarheid
- Het woord opengingen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Italianen in de rij voor St. Antonius” (Maandag 15 februari 2010, 15:51), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.