opfleurde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opfleurde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·fleur·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opfleuren |
opfleurde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opfleuren
- ... dat ik opfleurde.
- ... dat jij opfleurde.
- ... dat hij, zij, het opfleurde.
- ... dat ik opfleurde.
Gangbaarheid
- Het woord opfleurde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.