opheldert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opheldert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·hel·dert

Werkwoord

vervoeging van
ophelderen

opheldert

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophelderen
    • ... dat jij opheldert. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophelderen
    • ... dat hij opheldert. 

Gangbaarheid

  • Het woord opheldert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.