opklaarde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opklaarde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·klaar·de

Werkwoord

vervoeging van
opklaren

opklaarde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opklaren
    • ... dat ik opklaarde. 
    • ... dat jij opklaarde. 
    • ... dat hij, zij, het opklaarde. 

Gangbaarheid

  • Het woord opklaarde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.